Sélestat is een stad die ideaal gelegen is in de Bas-Rhin, halverwege tussen Straatsburg en Mulhouse, maar ook tussen Obernai en Colmar. Het ligt ook dicht bij de steden Saint-Dié des Vosges, Epinal, Lahr (Duitsland), Freibourg (Duitsland) en zelfs Basel in Zwitserland. De geografische ligging van Sélestat is ook opmerkelijk vanwege het natuurlijke erfgoed dat het omringt. Het bos van de IllWald, geclassificeerd als regionaal natuurreservaat. De grote weiden van de Ried en de nabijgelegen Vogezen zullen liefhebbers van wandelen en fietsen aanspreken.
De uitzonderlijke geografie geeft Sélestat een economisch belang, althans vanaf de 8e eeuw, toen het waarschijnlijk al een havenstad was aan de rivier de Ill die de stad doorkruist. Hierdoor kon het wijnen uit de Elzas kan exporteren.
Het werd een imperiumstad in 1217 en kreeg wallen. De lijfeigenen en kolonisten werden bevrijd en de meeste belastingen kon de stad zelf innen. Het vormt dan in 1354 de dekapolis van de Elzas met de negen andere keizerlijke steden van de regio: Wissembourg, Haguenau, Rosheim, Obernai, Kaysersberg, Colmar, Turckheim, Munster en Mulhouse. De nauwe economische banden en de welvaart van de stad verklaren de ontwikkeling van het humanisme, waarvan de essentiële bibliotheek vandaag nog steeds te bezoeken is.
Met de verzwakking van het Heilige Duitse Rijk in de 16e eeuw nam het gezag van de stad af en werd zij in de 17e eeuw, na de ontbinding van de decapolis, geannexeerd door de Franse kroon. Deze recessie duurde tot in de 20e eeuw en de stad heeft haar vroegere prestige nooit meer teruggewonnen.
Tegenwoordig beschikt Sélestat over een buitengewoon erfgoed dat ons in staat stelt de immens rijke geschiedenis ervan te aanschouwen.
